Gemeenschap van goederen of huwelijkse voorwaarden
Als de echtgenoten niet vóór of tijdens hun huwelijk bij de notaris zijn geweest om huwelijkse voorwaarden te maken, dan zijn zij gehuwd in gemeenschap van goederen. Dat betekent in grote lijnen dat de echtgenoten ieder de helft van het vermogen krijgen dat bij het einde van het huwelijk aanwezig is. Denk aan: de woning, de inboedel, verzekeringspolissen, auto’s, saldi op bankrekeningen, aandelen e.d., maar ook de schulden, zoals een hypothecaire lening. Ook erfenissen en schenkingen van bijvoorbeeld ouders vallen in de huwelijksgemeenschap, tenzij er een testament is waarin is bepaald dat dit niet zo is.
Huwelijkse voorwaarden
Als de echtgenoten huwelijkse voorwaarden hebben gemaakt, dan moet worden beoordeeld wat de echtgenoten volgens die voorwaarden aan elkaar verschuldigd zijn. Alle huwelijkse voorwaarden zijn anders en daarmee ook de verdeling vermogen bij scheiding.
Veelvoorkomend is een combinatie van een ‘uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen’ en een periodiek of finaal verrekenbeding. Aan het einde van het huwelijk moeten de echtgenoten dan alsnog de waarde van bepaalde vermogensbestanddelen met elkaar verrekenen. Als een echtgenoot tijdens het huwelijk schenkingen en/of nalatenschappen heeft ontvangen, is het goed om de bewijsstukken op te zoeken. Er moet worden beoordeeld of het geschonken of geërfde vermogen privé is gebleven, of gemeenschappelijk is geworden.
Omdat de tekst van huwelijkse voorwaarden soms niet helemaal duidelijk is, komt het bij een echtscheiding regelmatig aan op de vraag wat nu precies de bedoeling van de echtgenoten was bij het opstellen van de huwelijkse voorwaarden. Het is daarom goed om op zoek te gaan naar de (concept)stukken van de notaris en de toelichting daarop.
Ook de redelijkheid en billijkheid spelen een steeds belangrijkere rol bij de beslissing die de rechter neemt wanneer partijen het zelf niet eens zijn over de uitleg van hun huwelijkse voorwaarden.