Maand: augustus 2016

Partneralimentatie en grievend gedrag

Grievend gedrag alimentatiegerechtigde betekent einde alimentatie

Onlangs heeft het Hof Arnhem-Leeuwarden de vraag gekregen of de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat er geen sprake meer is van lotsverbondenheid wegens grievend gedrag van de vrouw.

Partneralimentatie Hoorn

Casus

De vrouw beschuldigde de man van het vergiftigen van hun kind. Hij wilde als gevolg van deze gedragingengeen partneralimentatie meer betalen.

Het Hof oordeelde dat de alimentatieverplichting van de man jegens de vrouw was geëindigd als gevolg van het gedrag van de vrouw.

Overweging Gerechtshof:

“De ingrijpende en ongefundeerde beschuldigingen van de vrouw, het permanent diskwalificerende karakter van die beschuldigingen, de lange periode dat de vrouw deze beschuldigingen uit van inmiddels vier jaren, het continueren van haar gedrag, en het beschikbaar houden van diskwalificerende informatie op social media (facebook), brengt het hof tot het oordeel dat de vrouw de in het maatschappelijk verkeer in acht te nemen zorgvuldigheid en betamelijkheid ver heeft overschreden, en wel in die mate dat die gedragingen in onderling samenhang bezien een einde hebben gemaakt aan de lotsverbondenheid van de man jegens de vrouw, die nu juist één van de voornaamste gronden is voor de alimentatieplicht. Op grond hiervan is het hof – evenals en met de rechtbank – van oordeel dat van de man in redelijkheid niet gevergd kan worden dat hij nog langer een bijdrage levert in de kosten van levensonderhoud van de vrouw omdat door het kwetsende en grievende gedrag van lotsverbondenheid geen sprake meer is.”

Zie hier voor de uitspraak van: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

 

 

Facebooktwittermail

Kinderalimentatie: werkelijke of forfaitaire woonkosten?

Is bij de berekening van de kinderalimentatie terecht uitgegaan van de forfaitaire woonkosten nu de werkelijke woonkosten aanmerkelijk lager zijn?

Het Hof Den Haag heeft hierover een beschikking gewezen en geoordeeld dat het berekenen van kinderalimentatie maatwerk blijft.

Het Hof overwoog dat, aangezien er een aanmerkelijke discrepantie was tussen de werkelijke woonkosten en de forfaitaire woonkosten, dit ten koste zou gaan van de kinderen. Het Hof is gelet hierop van oordeel dat het hanteren van het forfaitair systeem in het onderhavige geval in strijd met de uitgangspunten van de wetgever is. Er is in dit systeem gekozen voor behoefte en draagkracht op grond van de werkelijke gegevens (maatwerk).

Voor de hele uitspraak: Gerechtshof Den Haag, 13-07-2016 ECLI:NL:GHDHA:2016:2310

Facebooktwittermail